Gifvrije onkruidbestrijding leidt tot groener straatbeeld
Het straatbeeld in woonwijken en wooncentra gaat veranderen onder invloed van gifvrije manieren van onkruidbestrijding. Met het landelijk verbod op het toepassen van bestrijdingsmiddelen voor onkruidbestrijding op verharding is ook Glyfosaat (bekend onder het merknaam Round-up) in de ban gedaan. Hierdoor kunnen Meerlanden en gemeenten dit bestrijdingsmiddel niet langer inzetten en verandert de manier van onkruidbestrijding op verharding.
Gifvrije onkruidbestrijdingsmethoden bestrijden alleen het bovengrondse gedeelte van het onkruid. Dit betekent dat onkruid sneller terugkomt doordat wortels opnieuw uitlopen. Stoepen en straten in wijken zullen door het jaar heen grotere schommelingen laten zien tussen ‘onkruidvrij’ en ‘met onkruid’. Ook zullen de verschillen tussen de wijken onderling groter zijn. Medewerkers van Meerlanden zijn bovendien vaker in de wijk omdat het onkruid met kortere tussenpozen bestreden moet worden dan voorheen.
“De grotere variatie tussen wel of geen onkruid in het straatbeeld is niet zozeer beter of slechter dan voorheen; het is vooral anders. Duurzame onkruidbestrijdingsmethoden hebben immers een ander effect op het onkruid en dat zie je terug in het straatbeeld,” aldus Diederik Notenboom, manager openbare ruimte.
Slimme combinatie van duurzame onkruidbestrijdingsmethoden
Voordat Glyfosaat bij wet werd verboden, zette Meerlanden al verschillende duurzame methoden in om onkruid te bestrijden en werd het gebruik van Glyfosaat zoveel mogelijk beperkt. Nu Glyfosaat helemaal niet meer wordt gebruikt, maakt Meerlanden per gemeente gebruik van een specifieke combinatie van verschillende onkruidbestrijdingsmethoden. Mechanisch, met moderne borstelmachines waarmee het onkruid door de borstels wordt afgesneden en losgetrokken. Thermisch, waarbij het onkruid wordt bestreden met hete lucht of heet water. Het onkruid wordt dan als het ware gekookt. Handmatig, onkruid wordt dan met een schoffel of met de hand verwijderd op plaatsen waar machines niet kunnen komen. Mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt worden hierbij ingezet.