Skip naar inhoud
Meerlanden Logo

Akte Meerlandenfonds

Tekst hier

AKTE VAN OPRICHTING STICHTING HET MEERLANDENFONDS De comparant verklaart een stichting op te richten, die wordt geregeerd door de volgende S T A T U T E N : Naam. Zetel. Artikel 1. De stichting draagt de naam: Stichting Het Meerlandenfonds en is gevestigd in Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer. Doel. Artikel 2. De stichting heeft ten doel een positieve bijdrage te leveren aan duurzaamheid, welzijn van mensen of onderlinge samenhorigheid in het verzorgingsgebied van De Meerlanden, Holding N.V. (afval- en milieu). Wijze van verwezenlijking van het doel. Artikel 3. De stichting tracht dit doel te bereiken door het uitkeren van gelden aan projecten die zich bezig houden met het verbeteren van het milieu en de leefomgeving, met het bevorderen van het welzijn van mensen en het streven naar meer onderlinge saamhorigheid. Het bestuur bepaalt, aan de hand van de criteria als omschreven in een reglement als bedoeld in artikel 8 lid 2 van deze statuten, welke projecten voor een uitkering van gelden in aanmerking komen. 2 Geldmiddelen. Artikel 4. 4.1. De middelen van de stichting worden gevormd door: a. bijdragen van de Meerlanden Holding N.V. of haar dochtermaatschappijen; b. overige bijdragen en subsidies; c. erfstellingen, legaten en schenkingen; d. overige baten. 4.2. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. Bestuur. Artikel 5. 5.1. Het bestuur van de stichting bestaat uit drie bestuurders. Slechts natuurlijke personen kunnen bestuurder zijn. 5.2. Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter en al dan niet uit zijn midden een secretaris, alsmede, al dan niet uit zijn midden een penningmeester. 5.3. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd. Artikel 6. 6.1. In vacatures in het bestuur voorziet het bestuur. Indien binnen drie maanden na het ontstaan van een vacature geen benoeming tot stand is gekomen, geschiedt de benoeming door de rechtbank te Haarlem op verzoek van de meest gerede belanghebbende, onverminderd de mogelijkheid om aan de president van die rechtbank om een voorlopige voorziening te verzoeken. 6.2. Een bestuurder heeft zitting voor de tijd van ten hoogste vier jaren. De bestuurders treden af 3 volgens een door het bestuur op te stellen rooster. Aftredende bestuurders zijn onmiddellijk herbenoembaar, met dien verstande echter, dat een door de rechtbank ontslagen bestuurder binnen vijf jaar na dat ontslag niet kan worden herbenoemd. 6.3. Een persoon ten aanzien van wie een defungeringsgrond vermeld in artikel 7 van toepassing zou zijn indien hij bestuurder was, kan niet tot bestuurder worden benoemd Defungeren van een bestuurder. Artikel 7. Onverminderd het in artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek, bepaalde, defungeert een bestuurder: a. door zijn overlijden; b. door vrijwillig of periodiek aftreden; c. doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt, hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, anders dan ten gevolge van aan hem verleende surséance van betaling, alsook, doordat hij onder curatele wordt gesteld; d. door ontslag bij een aan hem gerichte, door de overige bestuurders gezamenlijk ondertekende, verklaring; Bestuur. Artikel 8. 8.1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk 4 maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 8.2. Het bestuur is bevoegd reglementen vast te stellen met betrekking tot door het bestuur te bepalen onderwerpen; het bepaalde in artikel 13, lid 1, tweede zin, is alsdan van overeenkomstige toepassing. Bepalingen in deze reglementen in strijd met de statuten zijn nietig. Organisatie bestuur. Artikel 9. 9.1. Iedere bestuurder heeft recht op het uitbrengen van één stem. 9.2. Geen geldige besluiten kunnen worden genomen, tenzij ten minste de meerderheid van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is en alle bestuurders, met inachtneming van het hierna bepaalde, zijn opgeroepen, met deze uitzondering evenwel, dat ook indien de voorschriften omtrent de oproeping niet in acht zijn genomen, niettemin geldige besluiten kunnen worden genomen met algemene stemmen in een bestuursvergadering, waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, alles onverminderd het bepaalde in lid 7. Een bestuurder kan zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde medebestuurder doen vertegenwoordigen. 9.3. De bestuursvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van het bestuur, die echter bevoegd is een andere bestuurder met het voorzitterschap te belasten. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, zonder dat hij een ander met het voorzitterschap heeft belast, zullen de bestuursvergaderingen 5 worden voorgezeten door een ter vergadering daartoe aangewezen bestuurder. De secretaris van het bestuur houdt de notulen van de bestuursvergaderingen. Bij afwezigheid van de secretaris van het bestuur wijst het bestuur een van de bestuurders als secretaris aan, die de notulen van de vergadering houdt. 9.4. Het bestuur besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen, tenzij deze statuten anders bepalen. Bij staking van stemmen in een bestuursvergadering komt geen besluit tot stand. 9.5. Bestuursvergaderingen worden ten minste twee maal per jaar gehouden en voorts zo dikwijls een bestuurder het verlangt. De bijeenroeping geschiedt door de secretaris van het bestuur of door de bestuurder die het houden van de vergadering heeft verlangd, door middel van brieven, verzonden aan iedere bestuurder. Zij vermelden plaats en tijdstip van de vergadering en de in de vergadering te behandelen onderwerpen. De termijn van oproeping bedraagt ten minste tien dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. 9.6. De notulen van een vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering dan wel vastgesteld door een volgende vergadering en alsdan ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend. 9.7. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk, per fax of per email geschiedt en alle bestuurders zich ten gunste van het desbetreffende voorstel uitspreken. De 6 bescheiden waaruit van het nemen van een zodanig besluit blijkt, worden bij het notulenregister bewaard. 9.8. Het bestuur kan aan de bestuurders of aan een of meer van hen een beloning toekennen. Kosten worden aan de bestuurders vergoed. 9.9. Tijdens het bestaan van ten hoogste één vacature geldt het bestuur als volledig samengesteld. Vertegenwoordiging. Artikel 10. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur, dan wel door twee gezamenlijk handelende bestuurders. Administrateur. Artikel 11. Het bestuur kan één of meer personen benoemen, die het de titel van administrateur of een andere titel kan toekennen. Aan deze personen - al dan niet in dienst van de stichting - kan procuratie worden verleend. Boekjaar, balans en staat van baten en lasten. Artikel 12. 12.1. Het boekjaar is het kalenderjaar. 12.2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 7 12.3. Onverminderd het in de wet bepaalde is het bestuur verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken en op papier te stellen. 12.4. Het bestuur is verplicht een deskundige te benoemen teneinde de in het vorige lid bedoelde balans en staat van baten en lasten te controleren. 12.5. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers zeven jaren lang te bewaren. Statuten- en reglementswijziging. Artikel 13. 13.1. Het bestuur is bevoegd deze statuten en eventuele reglementen te wijzigen. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen in een vergadering, waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 13.2. Voor de totstandkoming van een statutenwijziging is een notariële akte vereist. Iedere bestuurder afzonderlijk is gerechtigd zodanige akte te verlijden. Ontbinding. Artikel 14. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen op de wijze, als in lid 1 van artikel 13 is bepaald. Vereffening. Artikel 15. 15.1. De vereffening geschiedt door het bestuur. 15.2. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van 8 de statuten zoveel mogelijk van kracht. 15.3. Het bestuur bepaalt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting dient te zijn. 15.4. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de stichting gedurende zeven jaar berusten onder degene, die daartoe door het bestuur is aangewezen. Overgangsbepaling. Artikel 16. Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizenddrie/tweeduizendvier. Dit artikel verliest zijn werking en vervalt na verloop van het eerste boekjaar. Ten slotte verklaart de comparant dat voor de eerste maal als bestuurders worden benoemd: a. **, wonende te ** en wel als ** ; b. **, wonende te ** en wel als ** ; c. **, wonende te ** en wel als**; Waarvan deze akte in minuut wordt verleden te **, op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na mededeling van de zakelijke inhoud van de akte, het geven van een toelichting daarop en het wijzen op de gevolgen die voor de partij uit de inhoud van de akte voortvloeien en na de verklaring van de comparant(e) van de 9 inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen, wordt deze akte onmiddellijk na voorlezing van die gedeelten van de akte, waarvan de wet voorlezing voorschrijft, door de comparant(e), die aan mij, notaris, bekend is, en mij, notaris, ondertekend[, om][.]